Zelf kattentongen maken

Bereidingswijze

Haal de roomboter ruim van tevoren uit de koelkast zodat deze wat zacht wordt. Verwarm intussen de oven voor op 200 graden en zet vast twee met bakpapier beklede bakplaten klaar.

Snijd de boter in blokjes en doe deze in een mengkom, prak een beetje luchtig met een vork. Zeef de poedersuiker boven de kom en voeg het zout en de vanillesuiker of merg toe. Mix alles zacht en schuimig met een handmixer, gebruik gewoon de gardes en niet de kneedhaken.

Scheid de eiwitten van de dooiers, het makkelijkst doe je dit door het ei te breken en van de ene helft in de andere helft van de schaal over te hevelen. Vang intussen de eiwitten op in een kommetje en zorg dat de dooier in de schaal blijft.

Voeg beide eiwitten toe aan de mengkom en blijf met de handmixer mengen tot je een luchtig mengsel over houdt. Meng hierna beetje bij beetje de bloem toe en roer telkens goed door elkaar met een spatel. Als je alle bloem hebt toegevoegd en alles goed is gemengd doe je dit mengsel in een spuitzak.

Maak nu op de bakplaten mooie strepen van zo'n 5 tot 7 centimeter en zorg dat er onderling voldoende afstand is. De koekjes zullen tijdens het bakken flink uitlopen. Schuif de bakplaten zo'n 5 tot 6 minuten in de voorverwarmde oven.

Zodra de randjes van de kattentongen lichtbruin beginnen te worden haal je ze uit de oven. Laat de kattentongen een minuutje op de bakplaat liggen en schep ze er dan voorzichtig af. Laat afkoelen op een taartrooster en bewaar ze in een afgesloten trommel.