Heerlijke quiche met roodlof, beenham en Gruyère

Bereidingswijze

Verwarm je oven vast voor op 200 graden en zet ook alvast een hapjespan op laag vuur. Zet een met boter ingevette quichevorm klaar of gebruik een ingevette springvorm.

Snijd een klein stukje van de onderkant van de stronkjes roodlof en verwijder eventueel de bittere kern. Het handigst gaat dit met een puntig mesje dat je er aan de onderkant schuin insteekt en rond draait. Snijd de stronkjes witlof daarna in kleine stukjes en zet apart voor zo.

Neem een handje verse bieslook en hak deze goed fijn. Verhit wat olijfolie in de hapjespan en doe hier de gesneden roodlof met de helft van de bieslook bij. Kruid met peper en zout en bak de roodlof totdat deze wat glazig wordt. Zet het vuur uit en bewaar voor zo.

Haal alvast het bladerdeeg uit de vriezer en laat kort ontdooien. Breek de drie eieren boven een mengkom en voeg de crème fraiche toe. Roer door elkaar en doe de andere helft van de fijngehakte bieslook erbij. Voeg wat peper en zout toe en de helft van de geraspte Gruyère, meng goed door elkaar en laat staan voor zo.

Leg de plakjes bladerdeeg in de quichevorm waarbij ze elkaar overlappen en ze deels over de rand hangen. Prik er met een vork wat gaatjes in en bestrooi de bodem met wat paneermeel. Bedek de bodem met één of twee plakken beenham. Schep de gebakken roodlof erbij en verdeel over de vorm. Scheur de rest van de beenham in stukjes en verdeel over de vorm.

Giet er nu het eiermengsel bij en strijk een beetje glad, strooi er tenslotte de resterende Gruyère over. Druk de lapjes overhangend deeg van de vorm af of klap deze naar binnen. Als ik een quichevorm gebruik verwijder ik het overhangende deeg, in een springvorm klap ik het meestal naar binnen.

Schuif de quichevorm nu zo'n 20 tot 25 minuten in de voorverwarmde oven en bak deze tot de bovenkant mooi goudbruin is. Houd dit de laatste minuten een beetje in de gaten zodat de bovenkant niet aan kan branden. Zodra de bovenkant mooi is kan de quiche uit de oven.