Plaattaart met witlof, prei, rode ui, spekjes en brie

Bereidingswijze

Verwarm je oven voor op 220 graden. Zet een bakplaat klaar die je bedekt met het bladerdeeg. Gebruik je een rol dan zit er meestal al een vel bakpapier bij, zo niet leg deze dan eerst op de bakplaat. Gebruik je plakjes bladerdeeg? Laat deze dan eerst kort ontdooien en leg ze dan deels overlappend op het bakpapier op de bakplaat. Smeer het bladerdeeg in met een dun laagje crème fraîche, met de achterkant van een lepel kan je dit goed uitsmeren.

Bak de spekreepjes en witlof

Zet een flinke hapjespan of koekenpan op het vuur en bak de spekreepjes goudbruin en krokant. Stort de spekreepjes op een bord maar laat het spekvet in de pan. Snijd de onderkant van de stronkjes witlof en verwijder de buitenste lelijke bladen. Halveer de witlof in de lengte en bak deze kort in het spekvet tot de witlof bruin begint te kleuren. Draai om en herhaal voor de andere kant. Strooi er een klein beetje peper over. Past alle witlof er niet in een keer in dan bak je deze in twee etappes.

Beleg en bak de plaattaart

Pel de rode ui en snijd deze met een scherp koksmes in dunne ringetjes. Strooi over de plaattaart en leg hier de halve stronkjes witlof op. Vervolgens strooi je er de gebakken spekreepjes over. Maak de prei schoon, snijd een klein stukje van de onderkant en verwijder het groen. Snijd de steel van de prei in ringetjes en verdeel over de plaattaart. Tot slot snijd je de brie in plakjes en verdeel je ook deze over de plaattaart.

Strooi er nog wat rozemarijn over en kruid met een beetje peper en zout. Schuif nu in de oven en bak de plaattaart zo'n 15 tot 20 minuten. Als de brie mooi is gesmolten en de bodem lekker krokant is haal je de plaattaart uit de oven. Laat kort staan en snijd dan in stukjes. Serveer de plaattaart met witlof, prei, rode ui, spekjes en brie op een serveerplank.