Boerenomelet met champignons, kaas en knapperige toast

Bereidingswijze

De boerenomelet bereid je steeds per stuk. Borstel eerst alle champignons schoon met een groenteborstel. Hierna snijd je de champignons in plakjes. Zet een flinke koekenpan op laag vuur en laat deze warm worden. Zet ook een tweede koekenpan of grillpan op het vuur.

Breek per boerenomelet drie eieren boven een mengkom en voeg hier een klein scheutje melk aan toe. Kruid met peper en zout en doe er wat fijn gesneden peterselie bij. Klop met een vork of een garde tot een luchtig geheel.

Bak de boerenomelet

Smelt een beetje boter in de koekenpan en bak hier een kwart van de champignons in. Als de champignons wat beginnen te slinken voeg je een kwart van de Hollandse groenten toe. Schep alles goed om en roerbak dit een paar minuten. Giet er nu het eiermengsel bij en verdeel over de koekenpan door deze een beetje te kantelen.

Gril intussen een dikke plak brood in de tweede koekenpan of op de grillpan. Dit doe je door een beetje olijfolie over de boterham te sprenkelen en deze in de hete pan heen en weer te schuiven. Draai de boterham om als de onderkant knapperig is en herhaal voor de andere kant. Leg de boterham op een bord.

Afmaken en serveren

Als de bovenkant van de boerenomelet een beetje begint te stollen strooi je er wat geraspte kaas over. Draai het vuur uit onder de pan en laat nog een half minuutje tot een minuut staan tot de kaas is gesmolten. Klap de omelet dubbel en schuif deze op de knapperige toast. Herhaal voor de overige omeletten en serveer iedere boerenomelet direct.