Kipwraps met ijsbergsla en tzatziki

Bereidingswijze

Verwarm je oven vast voor op 200 graden en zet alvast een flinke koekenpan of hapjespan op laag vuur. Verpak de stapel wraps bij elkaar in aluminiumfolie en zet klaar voor zo.

Smelt een klontje boter in de koekenpan en kruid de kippendij naar smaak met peper en zout. Bak de kippendij aan beide zijden bruin, zet het vuur wat lager en laat ze dan ongeveer 20 minuten garen. Draai de kippendijen tussendoor regelmatig om en zorg dat ze niet aanbranden.

Terwijl de kippendijen staan te garen snij je tweederde van de krop ijsbergsla in kleine stukjes. Ik pak telkens een paar grote bladen, rol deze een beetje op en snij deze dan in reepjes. Hierna draai ik de snijplank een kwart en maak ik er kleine stukjes van.

Doe de gesneden ijsbergsla in een mengkom of slakom en voeg de mais toe. Pel de ui en snijd in vieren, maak hier dunne partjes van en zet klaar voor zo. Maak de paprika schoon en snijd deze in dunne reepjes, doe bij de gesneden ui.

Haal de kippendijen na 20 minuten uit de pan maar laat deze op het vuur staan. Bak de paprika en ui kort aan in het bakvet en snijd de kippendijen intussen in reepjes. Voeg de reepjes kippendij bij de ui en paprika en bak nog een paar minuten mee. Schep alles bij de sla en mais in de kom en roer goed door elkaar.

Doe de in aluminiumfolie verpakte wraps in je voorverwarmde oven en verwarm deze zo'n vijf minuten. Als de wraps warm zijn serveer je de wraps, tzatziki en ijsbergsla met kip apart van elkaar. Smeer een wrap in met tzatziki, schep hier de kip en ijsbergsla op en rol de wraps op. Snijd doormidden en smullen maar.

De overgebleven ijsbergsla kan je (eventueel met wat cherrytomaatjes en pijnboompitjes) in een slakom doen en besprenkelen met wat azijn en olijfolie. Kruid met peper en zout en serveer ernaast.