Lekker snelle bami met varkenshaas en vers gesneden groente

Bereidingswijze

Verwarm de wok vast voor op een laag vuurtje zodat deze goed heet wordt. Kook de mie zoals aangegeven op de verpakking, giet deze af met een vergiet en spoel na onder een koude stromende kraan. Laat de mie goed uitlekken om deze later nog kort mee te bakken in de wok.

Ik gebruik het liefst biologische varkenshaas omdat deze het meeste smaak heeft en weinig vocht afgeeft tijdens het bakken. Snijd de varkenshaas in dunne plakjes en leg deze even apart. Snijd de paksoi in kleine stukjes, zowel de harde stronk als het groende blad. Het makkelijkst doe je dit door de kont van de paksoi af te snijden en een paar stengels op elkaar te stapelen, deze snijd je dan makkelijk in kleine stukjes.

Snijd de paprika in kleine reepjes en de prei in dunne ringetjes. De champignons snijd je in partjes, niet in plakjes. Zo blijven ze een beetje stevig en hebben deze nog een lekkere bite.

Verwarm een flinke scheut olie in de wok door het vuur voluit te zetten. Zet een houten spatel of spaan in de olie en kijk of er kleine belletjes ontstaan, zo ja dan is de olie heet genoeg. Roerbak de plakjes varkenshaas nu ongeveer 4 minuten in de wok en schep ze er daarna uit en zet even apart in een kommetje. Giet een flinke scheut sojasaus over de gebakken varkenshaas, een scheut vloeibare honing en maal er wat zwarte peper over. Even door elkaar husselen en zo laten staan voor later.

Roerbak alle groenten ongeveer 5 minuten in de hete wok en roerbak daarna de plakjes varkenshaas nog kort mee. Voeg de zoetzure woksaus toe en roerbak nog een minuutje. Strooi naar smaak wat vijfkruidenpoeder over de roergebakken groenten en vlees en doe er de uitgelekte mie bij. Roerbak alles nog zo'n twee minuten op hoog vuur en klaar is je bami.