Omelet met paprika, champignons, lenteuitjes en peterselie

Bereidingswijze

Verwarm je koekenpan goed voor op laag vuur zodat deze door en door warm wordt. Breek per omelet twee of drie eieren boven een mengkom en doe er een klein scheutje melk bij. Kruid met wat peper en zout en meng door elkaar tot een egaal mengsel.

Snijd de bovenkant van de rode paprika en verwijder de zaadlijsten en zaadjes. Snijd de paprika vervolgens in kleine reepjes. Borstel de champignons schoon en snijd deze in niet al te dikke plakjes. Snijd de onderkant van de lenteuitjes af en snijd de lenteuitjes vervolgens in ringetjes. Hak de krulpeterslie vervolgens fijn met een koksmes. Leg alles klaar voor zo.

Smelt een klontje boter in de koekenpan en bak per omelet een kwart van de rode paprika, champignons en lenteuitjes. Bak een paar minuten tot de champignons beginnen te kleuren. Giet er vervolgens het eiermengsel overheen en kantel de pan zodat het mengsel gelijkmatig over de koekenpan wordt verdeeld. Strooi er wat geraspte kaas overheen. Houd de pan af en toe een beetje schuin en wip de zijkant van de omelet met een spatel een stukje omhoog, laat het vloeibare eiermengsel onder de omelet lopen.

Als de bovenkant van de omelet nog net niet helemaal gestold is strooi je er wat fijngehakte peterselie over. Klap de omelet dubbel en schuif op het bord, strooi er nog een klein beetje peterselie over ter garnering. Herhaal voor de overige omeletten en serveer iedere omelet direct. Je bent per omelet zo'n vijf minuten bezig.