Omelet met spinazie, champignons, paprika en gesmolten kaas

Bereidingswijze

Verwarm vast een koekenpan op laag vuur, zo kan deze goed warm worden. Je bereidt de omeletten per stuk, dus eventueel kan je twee koekenpannen gebruiken als je sneller klaar wilt zijn.

Verwijder de onderkant van de lenteuitjes en snijd de lenteuitjes vervolgens in ringetjes, hou apart voor zo. Verwijder de bovenkant van de rode paprika en haal de zaadlijsten en zaadjes eruit. Snijd de paprika vervolgens in vier parten, daarna ieder part in drie repen en vervolgens in kleine blokjes. Hou ook de paprika apart voor zo.

Borstel de champignons schoon en snijd vervolgens in dunne plakjes. Wil je snel klaar zijn dan kan je ook een pakje voorgesneden champignons gebruiken. Leg ook de champignons apart voor zo. Gebruik je verse peterselie dan hak je een handje peterselie zo fijn mogelijk met een koksmes.

Smelt per omelet een klein klontje boter in de hete koekenpan. Doe er een kwart van de paprika, lenteui en champignons bij en kruid met wat peper en zout. Bak enkele minuten op hoog vuur en voeg beetje bij beetje een kwart van de bladspinazie toe. Blijf bakken tot de spinazie is geslonken.

Klop ondertussen per omelet in een mengkom drie (of twee) eieren los met een scheutje melk, wat peper en wat zout. Giet het eiermengsel over de het mengsel in de koekenpan en strooi er een kwart van de geraspte kaas en wat peterselie over. Bak de omelet tot de onderkant is gestold, de kaas gesmolten en de bovenkant nog net vloeibaar is. Wip tijdens het bakken de rand van de omelet af en toe omhoog, houd de pan schuin en laat wat van het vloeibare ei onder de omelet lopen.

Als de omelet naar wens is klap je deze dubbel in de koekenpan. Leg een sneetje brood op een bord en schuif de dubbelgeklapte omelet hier bovenop. Herhaal voor de rest van de omeletten.