Pasta met champignons, prei en runderworstjes in roomsaus

Bereidingswijze

Zet vast een hapjespan op laag vuur zodat deze door en door warm wordt. Zet ook een flinke pan met kokend water op om zo de pasta in te bereiden. Verse pasta heeft maar een paar minuten nodig en maak ik dus aan het eind van het recept. Gebruik je gedroogde pasta houdt dan rekening met een wat langere bereidingstijd.

Verwarm een scheutje olijfolie in de hapjespan en bak hierin de chipolataworstjes in ongeveer vijf minuten gaar. Keer ze regelmatig en haal ze uit de pan zodra ze gaar zijn, laat de pan op het vuur staan.

Terwijl de worstjes worden gebakken snijd je de prei in ringetjes, doe hetzelfde met de lenteuitjes. Plet de teentjes knoflook, pel ze en hak zo klein mogelijk. Voeg de prei, lenteuitjes en knoflook toe aan de pan en bak een paar minuten aan op laag vuur.

Snij intussen de kastanjechampignons en de witte champignons in niet al te dunne plakjes. Borstel de champignons indien nodig eerst even schoon. Voeg toe aan de pan, kruid met peper en zout en bak ze een paar minuten mee. Roer regelmatig door en voeg eventueel wat extra olijfolie toe als je denkt dat dit nodig is.

Bereid nu de verse pasta in de pan kokend water, de spaghetti die ik nodig had moest vier minuten koken. Doe tegelijkertijd de kookroom in de hapjespan en roer alles nogmaals goed door elkaar. Laat een paar minuten meekoken tot je een mooi romige saus krijgt. Snijd de worstjes in stukken en voeg toe aan de pan, verwarm nog een paar minuten mee.

Eventueel kan je de pijnboompitjes nu kort bakken in een droge koekenpan, zodra ze beginnen te verkleuren haal je ze er weer uit. Laat de pasta goed uitlekken, hussel door elkaar met wat olijfolie en schep op de borden. Schep er de champignons, prei, lenteui en stukjes worst bij met de roomsaus.

Strooi er nog wat pijnboompitjes over en snijd wat verse basilicum fijn. Strooi de basilicum tenslotte over de pasta, sprenkel er nog een klein beetje olijfolie over en je kan aan tafel.