Pizza met parmaham, pancetta, champignons en mozzarella

Bereidingswijze

Verwarm je oven voor op 220 graden met beide bakplaten in de oven. Zo wordt de dunne bodem lekker knapperig in je oven, de pizza's leg je later met het bakpapier op de bakplaten.

Verdeel het deeg in twee porties en vorm hier twee bollen van. Strooi wat bloem op je werkblad en rol het deeg plat tot je een bodem van ongeveer 2 mm dik hebt. Strooi telkens wat bloem op het deeg zodat het niet aan je deegroller blijft plakken. Leg iedere pizzabodem op een vel bakpapier.

Verdeel de pizzasaus over de beide bodems en zorg dat je ongeveer een centimeter van de rand blijft. Strijk de saus dun uit met de bolle kant van een lepel. Snijd de champignons in plakjes en verdeel over beide bodems, dit gaat lekker snel als je een eiersnijder gebruikt maar met een scherp mes gaat het ook prima.

Strooi wat gedroogde oregano over de champignons. Scheur de pancetta in stukjes en verdeel over beide pizza's. Doe hetzelfde met de parmaham. Laat de buffelmozzarella goed uitlekken en snijd in dunne plakjes. Scheur deze vervolgens in kleinere stukjes en verdeel over de pizza's. Strooi er nog wat versgemalen peper overheen.

Haal nu beide hete bakplaten uit de oven en zet op een rooster of op je fornuis. Schuif de vellen bakpapier voorzichtig op een snijplank en vervolgens van de snijplank op de bakplaten. Bak de pizza's zo'n 15 tot 20 minuten in je voorverwarmde oven, verwissel de bakplaten halverwege.

Als de randen van de pizza mooi donker zijn is de pizza klaar. Haal beide bakplaten uit de oven, snipper er wat verse basilicum overheen en sprenkel er nog een beetje olijfolie over. Heerlijk met een lekkere salade.