Risotto met snijbonen, kastanje­champignons, paprika en stukjes kippendij

Bereidingswijze

Verwarm alvast een flinke hapjespan op laag vuur zodat deze goed warm wordt. Bereid ook alvast een liter kippenbouillon en houd deze warm voor zo.

Verwijder de beide uiteinden van de snijbonen en snijd vervolgens in blokjes. Borstel de kastanjechampignons schoon en snijd in vieren. Verwijder de bovenkant van de paprika en verwijder de zaadlijsten en zaadjes, snijd vervolgens in acht parten en daarna in reepjes. Bewaar alles voor zo.

Snijd de kippendijfilets in blokjes en verhit een scheutje olijfolie in de hapjespan. Bak de stukjes kippendij een paar minuten aan en kruid met peper en zout. Schep regelmatig om zodat alle kanten dichtschroeien. Pel intussen de ui en snipper deze goed fijn, pel ook de teen knoflook en hak in kleine stukjes.

Schep de kippendij uit de pan en bewaar voor zo, maak de pan niet schoon. Verhit een nieuw scheutje olijfolie in de hapjespan en fruit de ui en knoflook hier een paar minuten in. Voeg hierna de risottorijst toe en schep om tot de rijst wat glazig wordt. Voeg nu de helft van de kippenbouillon toe en breng aan de kook.

Zodra de bouillon begint te koken doe je de snijbonen, kastanjechampignons, rode paprika en stukjes aangebakken kippendij erbij. Roer af en toe goed door elkaar en laat de risotto in ongeveer 15 minuten gaar worden met de deksel op de pan. Kijk regelmatig of er nog genoeg vocht in de pan zit en de risotto niet aankoekt, blijf regelmatig omscheppen. Kruid eventueel met wat extra peper en zout.

Het is de bedoeling dat de risotto in 15 minuten alle bouillon heeft opgenomen. Is de bouillon al opgekookt voor deze tijd om is doe er dan steeds een klein beetje extra bouillon bij. Na 15 minuten moet de bouillon volledig zijn opgenomen door de risotto en zijn alle andere ingrediënten lekker gaar. Serveer de risotto direct, dan is deze het allerlekkerst.