Roergebakken groenten met garnalen, ei, rijst en pindasaus

Bereidingswijze

Snijd alle ingrediënten van tevoren. Breng in een ruime pan flink wat water aan de kook. Zet ook de wok op laag vuur zodat deze door en door warm kan worden. In een steelpannetje breng je de eieren aan de kook, laat zes minuten koken en laat schrikken onder koud water. Bewaar de eieren voor later maar pel ze wel meteen.

Pel de uien en snijd in vieren, vervolgens snijd je de uien in partjes. Boen de bospeen schoon en snijd in flinterdunne plakjes. Verwijder de bovenkant van de rode paprika en haal de zaadjes en zaadlijsten eruit. De paprika snijd je vervolgens in kleine reepjes. Haal de boven- en onderkant van de prei en halveer in de lengte, snijd vervolgens in halve ringetjes. Tot slot snijd je de onderkant van de paksoi en snijd je de stengels in reepjes. Het bladgroen rol je op en snijd je ook in reepjes.

Bereiden

Kook de rijst gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Bereid ook alvast de pindasaus en houd warm op laag vuur, schep af en toe door. Verhit intussen de wokolie in de hete wok, bak hier de gesneden ui en bospeen in aan tot de ui glazig wordt. Voeg nu de garnalen, de sojasaus en sambal oelek toe en schep goed om. Kruid naar smaak met wat peper en zout en een flinke snuf vijfkruidenpoeder.

Na een paar minuten voeg je de rode paprika, prei en de gesneden stengels van de paksoi toe. Schep tijdens het bakken steeds goed om en voeg indien nodig wat extra wokolie toe. Voeg na vijf minuten de taugé en het bladgroen van de paksoi toe en bak nog een minuutje mee op hoog vuur.

Serveren

Schep de rijst op de borden en verdeel hier de garnalen en groenten over. Verdeel de pindasaus over de borden. Snijd de gekookte eitjes in plakken en verdeel over de pindasaus. Je kan de eitjes ook verkruimelen. Strooi tot slot nog wat gebakken uitjes over de borden en serveer eventueel met wat kroepoek.