Spruitjesstamppot met appel, walnoot en een lekker speklapje

Bereidingswijze

Zet een stamppotpan met een flinke laag water op het vuur en breng aan de kook. Zet ook een kookpan op het vuur met hierin een laagje water, breng ook aan de kook.

Schil de aardappelen en snijd deze in gelijke stukken. Kook de aardappels in 20 minuten gaar in de stamppotpan. Schil de appels, snijd in vieren en verwijder de klokhuizen. Snijd in kleinere stukken en kook de laatste tien minuten mee met de aardappels.

Verwijder intussen het harde stronkje van de spruiten, pel de buitenste blaadjes eraf. Kerf de onderkant van de spruitjes in met een mesje en doe de spruitjes in de pan. Verkruimel er het bouillonblokje boven en kook in tien minuten gaar. Giet de spruitjes af en laat droogstomen van het vuur af.

Giet ook de aardappels af en laat kort droogstomen. Verwarm een hapjespan op het vuur en smelt hier een beetje boter in. Bestrooi de speklapjes aan beide kanten met peper en bak aan beide zijden aan. Giet er een flinke scheut ketjap manis over en bak de speklapjes in tien minuten gaar, keer regelmatig om.

Doe in de tussentijd een klontje roomboter en een scheutje melk bij de aardappels en appels in de stamppotpan. Stamp het geheel tot een smeuïg geheel en doe er driekwart van de spruitjes bij. Stamp tot een stamppot en breng op smaak met peper en zout, roer er tot slot de resterende spruitjes door.

Hak de walnoten fijn met een scherp koksmes en bewaar voor zo. Schep de spruitjesstamppot op de borden en strooi er de fijngehakte walnoot over. Leg er een speklapje naast en schenk nog wat van het bakvet over de stamppot.