Zoete saté met roergebakken spinazie, gele paprika en rijst
Recept
Ingrediënten
4 personen
- 500 gr. varkenshaas
- 600 gr. bladspinazie
- 2 gele paprika's
- 250 gr. rijst
- 1 el. ketjap manis
- 1 el. sojasaus
- 1 el. arachideolie
- 1 el. gembersiroop
- 1 el. vloeibare honing
- 1 tl. trassie
- 1 tl. sesamzaad
- vijfkruidenpoeder
- sesamolie
- peper en zout
Bereidingswijze
Marineer de stukjes varkenshaas minimaal 60 minuten, het liefst nog wat langer. Hoe langer het vlees in de marinade ligt hoe beter de smaken er in zullen trekken. Zet ook de satéstokjes minimaal 30 minuten in water zodat deze tijdens het bakken niet zullen gaan branden. Ik gebruikte een fles water waar ik ze in zette.
Snijd de varkenshaas in plakken van zo'n twee centimeter. Snij de plakken daarna in gelijkmatige blokjes, het kan zijn dat je het wat bredere deel van de varkenshaas nogmaals doormidden moet snijden. Het is belangrijk dat de blokjes vlees ongeveer even groot zijn zodat ze gelijkmatig zullen garen.
Maak een marinade door de ketjap manis, sojasaus, arachideolie, gembersiroop, vloeibare honing en trassie in een mengkom te doen. Voeg een snufje vijfkruidenpoeder toe en roer alles goed door elkaar met een garde of lepel. Doe de blokjes varkenshaas in de mengkom en roer alles goed om, al het vlees moet bedekt zijn met de marinade.
Laat het vlees minimaal 60 minuten marineren en roer tussendoor af en toe om. Laat je het 60 minuten marineren dan kan je dit buiten de koelkast doen. Laat je het vlees langer in de marinade zet de mengkom met het vlees dan in de koelkast, roer het ook dan af en toe om.
Bereid de rijst zoals aangegeven op de verpakking en laat deze na het afgieten nog even droogstomen. Zelf gebruikte ik basmatirijst die 25 minuten moet koken, hou hier rekening mee zodat je rijst tegelijk klaar is met de rest van het recept.
Verhit vast een grillpan én een wok op laag vuur zodat deze door en door warm worden. Snij de gele paprika in kleine blokjes nadat je de zaadjes en zaadlijsten hebt verwijderd. Rijg het vlees aan satéstokjes met een klein beetje ruimte tussen ieder blokje. Je hebt ongeveer acht satéprikkers nodig.
Leg de satéstokjes naast elkaar op de grillpan en laat zo'n zes tot acht minuten grillen, als het vlees makkelijk los laat van de pan draai je de stokjes om. Laat nog een paar minuten grillen en haal ze daarna van de pan, snij één stukje doormidden om te kijken of het gaar is.
Terwijl de saté aan het bakken is verhit je een scheut sesamolie in de wok en bak je hier de gele paprika kort in aan. Voeg daarna handje voor handje de bladspianzie toe en roerbak deze tot de spinazie volledig is geslonken. Breng op smaak met wat peper en zout en hou warm voor zo.
Serveer de rijst met twee satéstokjes en schep hier de roergebakken spinazie en gele paprika bij. Geef er eventueel wat kroepoek, ketjap manis of sambal bij.
Tip: heb je geen grillpan dan kan je de saté ook onder de grill van je oven garen. Zet de grill op de hoogste stand en doe de saté op een ovenrooster, schuif het roostser zo'n vijf tot tien centimeter onder het grill-element en bak zo'n zes minuten. Draai de stokjes om en bak nog een paar minuten. Leg een vel aluminiumfolie onder het rooster om het vet op te vangen.