Bananenbrood

Bereidingswijze

Verwarm je oven voor op 180 graden. Vet een cakevorm van ca. 20 x 11 cm in met boter. Knip een stuk bakpapier ter breedte van de bodem van je vorm en bekleed deze ermee. Zet een steelpannetje op laag vuur en smelt hier de roomboter in.

Meng in een mengkom de bloem, het bakpoeder, de baking soda en het zout door elkaar. Klop in een tweede mengkom de drie eieren luchtig en doe hier de rietsuiker en vanillesuiker bij. Blijf kloppen tot alle suiker is gemengd en doe er dan de gesmolten roomboter bij. Roer met een garde tot één geheel.

Het beslag voor je bananenbrood

Pel nu de (zo rijp mogelijke) bananen. Knijp deze boven de kom met het eiermengsel helemaal fijn tussen je handen. Roer alles weer goed door elkaar met de garde tot je een mooi mengsel hebt. Als er kleine stukjes banaan overblijven is dat niet erg. Roer er tot slot het bloemmengsel uit de eerste mengkom door.

Giet het beslag nu in de cakevorm en zet in de voorverwarmde oven. Bak het bananenbrood ongeveer 60 minuten tot het mooi bruin is. Controleer aan het einde met een sateprikker of je bananenbrood gaar is. Steek in zijn geheel in het midden van de vorm en trek er weer uit. Is de prikker schoon dan is je bananenbrood klaar. Anders zet je hem een paar minuten langer in de oven.

Afkoelen en bewaren

Als je bananenbrood gaar is haal je de cakevorm uit de oven. Laat het bananenbrood ongeveer 15 minuten afkoelen in de vorm. Steek het brood met een spatel voorzichtig los van de korte kanten van je vorm. Haal hierna met bakpapier en al uit de vorm en zet het bananenbrood op een taartrooster.

Ga met een spatel voorzichtig tussen de onderkant van het bananenbrood en het bakpapier. Trek het bakpapier voorzichtig weg en laat verder afkoelen. Bewaar het bananenbrood in aluminiumfolie. Dit kan tot twee dagen buiten de koelkast, in de koelkast nog iets langer.