Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom

Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom

Ik hou van lekker koken én lekker bakken, daarom wisselen gewone gerechten en lekkere gebakjes elkaar op kookidee.nl vrolijk af. Gisteravond kreeg ik het idee om een heerlijk gebak te maken van de verse aardbeien die in overvloed in onze koelkast aanwezig waren.

De keuze viel uiteindelijk op kleine aardbeientaartjes waarbij ik er een aantal weg kon geven en we er een aantal zelf konden opeten. En zo stond ik dus gisteravond in de keuken met een werkblad vol bloem om deze overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom te maken.

Het ziet er misschien ingewikkeld uit, maar als ik het kan maken moet jou dat zeker ook lukken. Hieronder vind je het recept dat ik heb gebruikt waarbij het deeg bijna hetzelfde is als dat van de zandkoekjes van eerder.

Recept

Ingrediënten

12 gebakjes

  • 200 gr. bloem
  • 125 gr. roomboter (direct uit de koelkast)
  • 100 gr. basterdsuiker
  • 1 eierdooier
  • 1/4 tl. zout
  • 12 grote (of 24 kleine) aardbeien
  • poedersuiker ter decoratie
  • 50 gr. chocolade (reep)

Ingrediënten banketbakkersroom

  • 250 ml. volle melk
  • 75 gr. (fijne) kristalsuiker
  • 2 eierdooiers
  • 1 el. bloem
  • 1 vanillestokje

Handig

Bij dit recept

Bereidingswijze

We beginnen met het maken van het deeg. Dit doen we door 200 gr. bloem en 100 gr. suiker boven een grote kom te zeven en daar het zout en de in kleine blokjes gesneden (koude!) roomboter bij te doen. Met een vork prak je de roomboter door het bloemmengsel en daarna voeg je de eierdooier toe.

Kneed het deeg nu met je handen tot het goed begint te plakken en je er een mooie bal van kan vormen. Wikkel de bal deeg in huishoudfolie en laat deze een half uur in de koelkast opstijven. Tijdens het opstijven van het deeg kan je vast beginnen met de banketbakkersroom. Verwarm ook vast je oven voor op 160 graden en zet 12 met boter ingevette vormpjes of een ingevet muffinblik klaar op een bakplaat.

Om het banketbakkersroom te maken snijd je het vanillestokje in de lengte open en schraap je met een scherp mesje het merg eruit. Breng in een pannetje de melk met ongeveer de helft van de suiker, het merg en het uitgeschraapte vanillestokje aan de kook terwijl je af en toe goed roert. Ondertussen meng je in een aparte kom de twee eierdooiers met de rest van de suiker en de bloem.

Zodra de melk kookt haal je de vanillestokjes eruit en giet je een beetje melk bij het dooiermengsel, roer even goed door elkaar en giet het daarna in de melk. Breng opnieuw aan de kook, laat 3 minuten op een laag vuurtje staan en giet het daarna in een ondiepe schaal. Dek het mengsel nu af met huishoudfolie en laat ook dit ongeveer een half uurtje afkoelen. Door er een velletje huishoudfolie overheen te leggen voorkom je dat er een vel ontstaat.

Haal het opgestijfde deeg uit de koelkast, bestrooi je werkblad met bloem en sla de bol deeg plat tot een plak. Rol verder uit met een deegroller (strooi nog een beetje bloem op het deeg) tot een plak van een paar millimeter dik, steek hier met de steekvorm een rondje uit en doe deze in een vormpje. Beetje aandrukken op de bodem en de randjes die uitsteken eraf vegen. Herhaal dit tot je alle vormpjes hebt gevuld, je zal af en toe de restjes deeg weer moeten kneden en platrollen om alle 12 rondjes te krijgen.

Prik met een vorkje of mesje kleine gaatjes in de bodem van het deeg en zet deze ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven. Zodra het deeg mooi goudbruin wordt zijn de taartvormpjes klaar en kan je deze voorzichtig uit de vormpjes halen. Ik doe dit door ze van een lage hoogte omgekeerd op het aanrecht te laten vallen, als je het vormpje dan optilt blijft het taartje op het aanrecht staan. Eventueel moet je dit een paar keer herhalen. Laat de taartjes op een vel bakpapier verder afkoelen.

Smelt intussen de chocolade au bien-marie, dit doe je door de chocolade in een bakje te leggen dat je in een pannetje water laat staan. Het water moet tot halverwege de buitenkant van het bakje komen. Breng het water aan de kook tot de chocolade gesmolten is en smeer met een kwastje de binnenkant van de taartjes in met chocolade. Dit geeft een lekker smaakje en zorgt ervoor dat de taartjes niet te vochtig worden als je deze straks vult.

Haal het folie van de afgekoelde en inmiddels dik geworden banketbakkersroom en lepel dit in een spuitzak. Verdeel de room over de 12 taartjes tot deze op is en snijd de aardbeien in plakjes. Bedek het banketbakkersroom met plakjes aardbei en strooi er wat poedersuiker overheen zodat je taartjes een beetje een wit randje krijgen.

Deze aardbeienaartjes zijn het lekkerst als je ze op dezelfde dag nog opeet. Je kan ze eventueel een dagje bewaren in de koelkast maar het deeg zal dan iets zachter zijn geworden.

Recepten in je mail

Wil je mijn recepten per e-mail ontvangen? Schrijf je dan in voor de gratis nieuwsbrief met nieuwe recepten en kooktips. Afmelden kan altijd weer.

Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'
Afbeelding bij 'Overheerlijke aardbeientaartjes met banketbakkersroom'