Verslavend lekkere chocolade-pecankoeken met grof zeezout

Bereidingswijze

Haal de roomboter van tevoren vast uit de koelkast om op kamertemperatuur te laten komen, snij alvast in blokjes. Haal ook vast een ei uit de koelkast. Verwarm je oven voor op 180 graden en zet twee met bakpapier beklede bakplaten klaar.

Doe de klontjes boter in een mengkom en doe hier de lichte basterdsuiker en de vanillesuiker bij. Gebruik een handmixer om het tot een klonterig geheel te mixen. Breek een ei boven de mengkom en mix deze door het deeg heen, doe ook het zeezout erbij en meng nogmaals.

Zeef de bloem boven een tweede mengkom en roer hier met een garde het bakpoeder door. Voeg de bloem beetje bij beetje toe aan de andere mengkom terwijl je de handmixer laat draaien. Je krijgt een mooi deeg dat je even laat staan voor zo.

Hak nu de pecannoten fijn. Ik deed dit in de keukenmachine maar je kan het ook met een koksmes of een vijzel doen. Roer de pecannoten met een lepel door het deeg. Hak nu de pure chocolade fijn, met de keukenmachine of een koksmes. Roer ook de chocolade door het deeg.

Neem nu steeds een flinke pluk deeg tussen je vingers en rol hier een mooie bal van, iets kleiner dan een gehaktbal. Leg de ballen deeg op de met bakpapier beklede bakplaten en zorg voor genoeg ruimte tussen de ballen. Je kan ongeveer 15 koeken maken van het deeg.

Druk de ballen deeg nu plat tot ongeveer een halve centimeter dik. Schuif de bakplaten in je voorverwarmde oven en laat de koeken 20 minuten bakken. Hou aan het einde de koeken even goed in de gaten zodat ze niet verbranden.

Leg de koeken op een taartrooster om iets af te laten koelen. Eet ze het liefst als ze nog net warm zijn, dan zijn ze echt het allerlekkerst. Bewaar de overgebleven koeken in een afsluitbare trommel waar je een velletje keukenpapier onderin legt.