Witlofquiche met beenham en kaas

Bereidingswijze

Verwarm je oven voor op 200 graden en zet vast een ingevette quichevorm of springvorm klaar. Zet ook vast een hapjespan op laag vuur zodat deze goed warm wordt.

Snijd de onderkant van de stronkjes witlof en verwijder de buitenste bladen. Halveer de stronkjes in de lengte en snijd met een scherp mesje de harde bittere kern eruit. Snij de stronkjes vervolgens in smalle reepjes. Pel de ui, snijd doormidden en maak er halve ringetjes van. Hou een paar ringetjes apart voor later.

Verhit wat olijfolie in de hapjespan, bak de witlof en rode ui ongeveer vijf minuten met wat peper en zout. Doe de witlof in een vergiet en laat wat afkoelen en goed uitlekken. Leg er een velletje vershoudfolie over en druk een paar keer stevig aan om het meeste vocht eruit te persen.

Ontdooi de plakjes deeg en bedek hier je ingevette quichevorm mee. Prik met een vork wat gaatjes in de bodem en druk de overhangende randjes weg. Strooi er wat paneermeel op en leg twee plakken beenham op de bodem. Schep hier het witlofmengsel op en scheur de rest van de beenham in reepjes. Verdeel deze over de quiche.

Meng in een mengkom de Turkse yoghurt met vier eieren en de helft van de geraspte kaas. Breng op smaak met wat peper en zout en giet het eiermengsel in de quichevorm. Leg er de resterende halve uienringetjes op en strooi de rest van de kaas erover.

Bak de witlofquiche ongeveer 25 minuten in je voorverwarmde oven tot de bovenkant goudbruin is. Haal de quiche uit de oven, laat vijf minuten in de vorm staan haal deze eruit. Snijd de witlofquiche in punten en smullen maar.