Makkelijke linzenpannenkoekjes, lekker en gezond
Recept
Ingrediënten
4 personen
- 260 gr. linzen*
- 3 eieren
- 50 gr. vloeibare honing + wat extra
- scheutje melk
- olie of boter om te bakken
* Ik heb linzen uit een blikje gebruikt. Je kan ook 'rauwe linzen' gebruiken maar die moet je eerst een tijd koken. Met linzen uit een blikje ben je zo klaar met dit recept.
Bereidingswijze
Verwarm je oven voor op 160 graden en zet een schone bakplaat klaar. Het drogen van de linzen werkt het beste als je deze direct op de bakplaat legt. Eventueel kan je de bakplaat met bakpapier bekleden maar laat de linzen dan iets langer in de oven.
Doe de linzen in een bolzeef of vergiet en spoel af onder koud stromend water. Als het lekwater niet meer troebel is laat je de linzen even uitlekken in de zeef. Verdeel de linzen over de bakplaat en verspreid ze zo goed mogelijk, dep eventueel droog met wat keukenpapier.
Schuif de bakplaat met de linzen zo'n 20 tot 30 minuten in de oven om ze te drogen. Controleer na 20 minuten of de linzen goed gedroogd zijn, ze moeten echt hard en droog zijn geworden. Zijn ze nog wat zacht ogf vochtig verleng de oventijd dan met een aantal minuten en controleer nogmaals.
Als de linzen goed gedroogd zijn laat je deze even afkoelen. Hierna kan je ze verpulveren tot een soort meel in een vijzel of in je keukenmachine. Ik gebruikte zelf de keukenmachine en na een aantal minuten malen met het hakmes had ik inderdaad een mooi poeder.
Klop de eieren los in een mengkom en doe hier het linzenmeel bij. Roer goed door elkaar en giet er 50 gram vloeibare honing bij. Zet gewoon de mengkom met het mengsel op je keukenweegschaal, druk op 'tare' om deze op nul te zetten en giet er de honing bij. Roer nogmaals goed door en verdun het beslag steeds met een scheutje melk. Als het beslag net iets dikker is dan gewoon pannenkoekenbeslag is het klaar.
Verwarm een koekenpan of pannenkoekenpan op laag vuur zodat deze door en door warm wordt. Zet het vuur een klein beetje hoger, smelt wat boter of verhit een beetje olijfolie in de pan en doe er een schep beslag in. Beweeg de pan een beetje zodat het beslag wat uit kan lopen en bak een pannenkoekje ter grootte van een flinke eierkoek.
Zodra de onderkant mooi bruin is - dat controleer je door de buitenkant even op te wippen met een spatel - draai je de pannekoek om. Bak ook de andere kant goed bruin en houd even warm tussen twee borden. Bak de rest van de pannenkoekjes en serveer deze met wat honing.
Je kan natuurlijk extra ingrediënten aan het beslag toevoegen als fijngeraspte appel, rozijntjes of bijvoorbeeld lijnzaad. Bovenstaand recept is een lekker basisrecept om mee te experimenteren.