Zelf pindasaus maken
Recept
Ingrediënten
1 portie
- 2 sjalotjes
- 2 tenen knoflook
- 2 el. arachideolie
- 1 tl. citroengraspoeder (of 1 stengel sereh, gepureerd)
- 225 ml. volle melk
- 4 el. donkere basterdsuiker
- 4 el. ketjap manis
- 6 el. pindakaas (recept)
- 2 tl. sambal oelek
Bereidingswijze
Zelf vind ik het lekker om wat citroengras toe te voegen aan de pindasaus. Dit kan je doen in de vorm van poeder of door zelf een stengel citroengras te pureren of vijzelen. De eerste optie is het snelst, de tweede net iets lekkerder.
Zet vast een steelpannetje op laag vuur zodat de bodem goed warm wordt. Als je een steelpan met een dikke bodem hebt kan je die het best gebruiken voor de pindasaus.
Pel de sjalotjes en tenen knoflook en snijd de sjalotjes goed fijn. De teentjes knoflook hak je zo fijn mogelijk of pers je uit boven de steelpan. Door de knoflook te hakken vind ik de smaak van de pindasaus net iets 'subtieler', maar het kan dus allebei.
Verhit de arachideolie in de steelpan en controleer met een houten spatel of deze warm genoeg is. Doe de gesneden sjalotjes en knoflook erbij en bak het kort aan. Voeg vervolgens alle andere ingrediënten toe aan je pan en roer alles goed door elkaar met een lepel.
Je merkt dat de saus na het roeren nog erg dun is, dit komt door de melk. Zet het vuur nu wat hoger en roer met een garde door de pindasaus tot deze de gewenste dikte heeft. Als de saus aan je garde blijft hangen heeft deze de juiste dikte.
Houd de satésaus warm op laag vuur totdat je deze opdient. Roer de saus tussendoor regelmatig om zodat deze niet aanbrandt.
Wil je een wat pittigere pindasaus dan kan je wat extra sambal toevoegen of een half fijngehakt rood pepertje. Voor een wat zoetere pindasaus voeg je wat extra donkere basterdsuiker toe. En zo kan je zelf variëren met alle ingrediënten tot je jouw favoriete pindasaus hebt gevonden.