Geroosterde bloemkoolsoep met broccoli en kerrie

Bereidingswijze

Verwarm je oven voor op 180 graden. Zet een bakplaat met bakpapier klaar. Snijd de roosjes van de bloemkool en verdeel over de bakplaat. Besprenkel met olijfolie en kruid met peper, zout en kerrie naar smaak. Rooster de bloemkoolroosjes ongeveer 20 minuten. Tot ze net een beetje beginnen te blakeren.

Bereid in de tussentijd de groentebouillon in een apart pannetje. Pel tussendoor de uien en snijd in stukjes. Ook de knoflook pel je, hak deze goed fijn. Verhit een grote soeppan op het vuur tot de bodem goed heet wordt. Verwarm een scheutje olijfolie en bak hier de ui en knoflook in aan. Breng op smaak met wat kerrie en een scheutje gembersiroop.

Bereid de rest van de soep

Snijd intussen de roosjes van de broccoli, bewaar voor zo. De stronk van de broccoli snijd je in stukjes. Doe in de soeppan en bak deze kort mee. Voeg nu de groentebouillon toe en breng aan de kook. Zet het vuur wat lager en laat alles vijf minuten pruttelen. Doe er nu de broccoliroosjes bij en kook deze nog zes minuten mee.

Haal de bloemkool uit de oven. Houd eventueel wat kleine roosjes apart voor de garnering. Doe de rest van de geroosterde bloemkool in de soeppan. Doe er ongeveer driekwart van de slagroom bij en pureer met een staafmixer. Zelf hield ik de soep wat grof zodat er wat stukjes bloemkool over bleven. Als je liever een gladde soep hebt pureer je deze iets langer.

Serveren

Schep de soep in grote kommen, leg in het midden wat van de kleinere roosjes geroosterde bloemkool. Druppel er nog wat van de overgebleven slagroom over. Serveer de soep direct.